REPAREREN | INTRODUCTIE

Begin van een doorlopende leerlijn Repareren

Nederland wil in 2050 een volledig circulaire samenleving zijn; voor 2030 streeft de overheid naar 50 procent circulair. Dat is nodig om de klimaatdoelen van Parijs te halen. In een circulaire economie worden grondstoffen keer op keer opnieuw benut. Bestaande producten worden gerepareerd zodat ze langer in hun oorspronkelijke functie kunnen worden gebruikt. Maar ook daarna hoeven ze niet als afval te worden verbrand. Veel producten kunnen nog in een andere functie worden gebruikt, of onderdelen kunnen worden hergebruikt voor de reparatie van andere producten.

AUTEUR MARTINE POSTMA

In alle opzichten beter voor mens en milieu

Zo behouden producten en de materialen waaruit ze zijn opgebouwd, veel langer hun waarde en zijn niet telkens nieuwe grondstoffen nodig. Dat voorkomt uitputting van onze grondstofvoorraden, verkleint de afvalberg, bespaart energie en vermindert de uitstoot van broeikasgassen. Een circulaire economie is in alle opzichten beter voor mens en milieu!

In de circulaire economie is reparatie essentieel. Dat wordt intussen in binnen- en buitenland onderkend. Zo heeft de Europese Unie in het voorjaar van 2021 voor het eerst het recht op reparatie vastgelegd in de Ecodesign-richtlijn. Nederlandse Tweede-Kamerleden spannen zich sindsdien in om dit recht te laten gelden voor meer productgroepen en meer reparateurs. De Nederlandse overheid stimuleert sinds 2019 de oprichting van circulaire ambachtscentra: lokale samenwerkingen tussen onder meer milieustraten, kringloopwinkels en Repair Cafés, bedoeld om producten vaker hoogwaardig te kunnen hergebruiken en de hoeveelheid restafval te verminderen.

‘Welk kind plakt nog zelf zijn band, zet het pootje van zijn knuffel weer vast, kan overweg met een soldeerbout, naaimachine, figuurzaag?’

Behoorlijke uitdaging

Reparatie wordt dus steeds belangrijker. In de circulaire economie van de toekomst zal dan ook veel behoefte zijn aan mensen met reparatievaardigheden, mensen die kunnen werken met hun handen. Dit stelt de samenleving voor een behoorlijke uitdaging. Als er één activiteit de afgelopen decennia uit het dagelijks leven van de meeste mensen is verdwenen, dan is het wel repareren, knutselen, je spullen onderhouden. Welk kind houdt nog regelmatig zijn fiets schoon, plakt zelf zijn lekke band, zet met naald en draad het pootje van zijn knuffel weer vast, kan overweg met een soldeerbout, een naaimachine, een figuurzaag?

Steeds minder kinderen leren deze vaardigheden van hun ouders. En ook op school is nauwelijks meer aandacht voor maakonderwijs en werken met je handen. Leren op school is steeds meer synoniem geworden voor leren uit boeken, leren met je hoofd. Dat is jammer voor alle kinderen en jongeren – niet alleen voor diegenen die minder graag leren met hun hoofd. Want werken met je handen traint de fijne motoriek. Een reparatie uitvoeren stimuleert de creativiteit, dwingt iemand zich te concentreren en binnen bepaalde grenzen een oplossing te zoeken voor een probleem.

‘Wie zelf kan repareren, gooit minder snel dingen weg. Die mentaliteit is van grote waarde voor een circulaire toekomst.’

Duurzamer leefpatroon met minder afval

Bovendien motiveren deze activiteiten jonge mensen voor een duurzamer leefpatroon met minder afval. Wie zelf kan repareren, vindt het minder vanzelfsprekend om een kapot voorwerp weg te gooien en iets nieuws te kopen. Die mentaliteit is van grote waarde voor een circulaire toekomst.

Hoog tijd dus om het aanleren van deze vaardigheden terug te brengen in het onderwijs! Daarom introduceren we een keuzevak Repareren voor het vmbo. We beginnen met dit onderwijsniveau omdat duurzaamheid hier al een kernaspect van het examenprogramma is. Ook sluit repareren naadloos aan bij het praktijkgerichte werken met echte vraagstukken waar het vmbo zo sterk in is.

‘Het keuzevak Repareren is bedoeld als beginpunt van een doorlopende leerlijn van het basisonderwijs tot en met het hoger onderwijs.’

Dit vak richt zich op jongeren van wie het aannemelijk is dat ze na hun schooltijd in maakberoepen terecht zullen komen. Het vak wil hen in een vroeg stadium laten kennismaken met repareren, zodat ze hun talent of belangstelling op tijd ontdekken en kunnen laten meewegen bij de keus voor een vervolgopleiding.

Begin van een doorlopende leerlijn

Het keuzevak is bedoeld als beginpunt van een doorlopende leerlijn van het basisonderwijs tot en met het hoger onderwijs. Tegelijk met de ontwikkeling van het vmbo-vak wordt op lokaal niveau ook een lesprogramma voor het basisonderwijs ontwikkeld. Ook worden de mogelijkheden onderzocht van aansluitend reparatie-onderwijs op het mbo en hbo.

Het einddoel? Toekomstgericht onderwijs dat iedereen meeneemt op de weg naar een circulaire samenleving!

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 1 2 3 4 5 6 7