REPAREREN | INTERVIEWS

Anne-Marie Rakhorst
Transitieagenda Consumptiegoederen

Een uitnodiging tot de circulaire economie

Anne-Marie Rakhorst is voorzitter van de Transitieagenda Consumptiegoederen en oprichter van het platform Duurzaamheid.nl. Ook vertaalde ze de Sustainable Development Goals voor kinderen in de 17 doelen wegwijzer. Anne-Marie legt uit waarom het juist nu zo belangrijk is dat er ruimte komt voor leren repareren in het onderwijs, als basisvaardigheid voor iedereen. Met een dierbare anekdote en haar visie op duurzaam ondernemen en de circulaire economie, starten we de interviews in dit inspiratiemagazine.

Auteur Liedewij de Graaf

Anne-Marie Rakhorst:

Duurzaamheid is voor mij synoniem voor slimmer werken, zonder schade en vervuiling, maar ook voor liefde voor het vak.

‘Als kind kreeg ik van mijn vader een bouwpakket van een radiootje. Als je dat in elkaar zette, dan wist je precies waar elk onderdeel zat. Het gaf zo’n voldoening en plezier toen het mij lukte om dat radiootje zelf aan de praat te krijgen. Dat gevoel van zelf iets kunnen maken, dat zijn we kwijtgeraakt. Van de meeste spullen hebben we geen idee meer uit welke onderdelen ze zijn opgebouwd. Repareren is enorm belangrijk om weer te waarderen wat er allemaal is aan spullen en materialen, om daarmee een relatie aan te gaan.

‘Dat gevoel van zelf iets kunnen maken, dat zijn we kwijtgeraakt.’

Lonkend perspectief

‘Dingen beter willen maken in relatie tot de omgeving, dat is voor mij altijd een drijfveer in mijn werk, ook als duurzaam ondernemer. Ik wil graag overdragen waarom het nodig is dat we overschakelen naar een circulaire economie op een wijze die voor iedereen helder is. Ook voor kinderen.

‘Vooral wil ik een lonkend perspectief tonen, dat uitnodigt om deel van uit te maken. De circulaire economie biedt zoveel kansen voor makers en dienstverleners. Duurzaamheid is voor mij synoniem voor slimmer werken, zonder schade en vervuiling, maar ook voor liefde voor het vak. Dat vraagt om een systeemverandering, waarin de belasting op arbeid verschuift naar belasting op grondstoffen. Repareren wordt dan ook meteen aantrekkelijker.’

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 1 2 3 4 5 6 7

Trap tegen troep

‘De Transitieagenda Consumptiegoederen is een van de vijf agenda’s die zijn voortgekomen uit het Grondstoffenakkoord. In 2018 zijn die agenda’s aangeboden aan toenmalig staatssecretaris Van Veldhoven. Met daarin aandacht voor onderwijs over circulariteit en de R-ladder.

‘Het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat heeft die R-ladder omarmd als uitgangspunt voor het beleid. De ladder biedt strategieën voor werken zonder afval en het zo hoogwaardig mogelijk (her)gebruiken van spullen en materialen. Inmiddels is de R-ladder volledig geïntegreerd in het beleid. Hoe hoger op de ladder, des te meer waarde wordt behouden.

‘Repareren staat hoog op de R-ladder. ‘FF fiksen’ noemen we dat op de Trap tegen troep, die we vanuit Duurzaamheid.nl hebben ontwikkeld.’

‘Repareren staat hoog op de R-ladder. ‘FF fiksen’ noemen we dat op de Trap tegen troep, die we vanuit Duurzaamheid.nl hebben ontwikkeld. In gewone-mensentaal laat de Trap tegen troep zien hoe het wél kan.

Circulaire ambachtscentra als icoonprojecten

‘Overal in het land ontstaan nu circulaire ambachtscentra; bijna 60 gemeenten zijn intussen betrokken bij 32 initiatieven. Het is een van de icoonprojecten van de Transitieagenda Consumptiegoederen. Onderwijs, ambachten, kringloop, Repair Cafés, onderhouds- en reparatiewerkplaatsen, circulaire start-ups, arbeidstoeleidingstrajecten en natuurlijk de milieustraat: al deze partijen vinden elkaar in de samenwerking binnen een circulair ambachtscentrum.

Ter plekke komt de circulaire economie tot leven. Wat waardeloos leek wordt daar weer waardevol. Elke regio geeft de samenwerkingen in een circulair ambachtscentrum op een eigen wijze vorm. Dat maakt het meten en vergelijken van de impact niet altijd eenvoudig. Zeker is wel dat er impact is. Die zal naar mijn idee alleen maar groter worden als het reparatie-onderwijs op gang komt. Dat is goed nieuws voor een duurzame en circulaire toekomst.’