REPAREREN | INTERVIEWS

JAN-PAUL KIMMEL
STICHTING RECOVER-E

Refurbished markt kan veel technische banen opleveren

Jan-Paul Kimmel zet zich al bijna tien jaar vanuit verschillende organisaties in voor meer hergebruik van ict-apparatuur. Zijn ideaal is een landelijk dekkend netwerk van professionele werkplaatsen waar je terechtkunt voor onderhoud en reparatie van allerlei gerefurbishte producten. In dat netwerk zijn mensen met reparatiekennis meer dan welkom.

Auteur Martine Postma

‘Met twee anderen heb ik acht jaar geleden Stichting Recover-e opgericht. Ik werkte destijds bij Royal HaskoningDHV als mvo-coördinator en adviseur circulaire economie. Daar kreeg ik de vraag: wat gebeurt er met onze afgedankte ict-apparatuur? Ik wist het niet en ben erachteraan gegaan. Het bleek een grijs gebied te zijn met veel tussenschakels en heel veel afval. Daar wilde ik iets aan doen.

We zijn toen gaan praten, onder meer met ict-refurbisher SiSo in Almere. Samen hebben we een model bedacht waarbij we meer kunnen sturen op hergebruik en waarbij de spullen in een gecontroleerde flow blijven. Zo voorkomen we dat grondstoffen weglekken naar Azië of Afrika, waar recycling met kinderhanden of onder erbarmelijke omstandigheden gebeurt.

Computers uit de zakelijke markt

In 2015 zijn we gestart. Ons model werkte als volgt: Recover-e neemt apparatuur over van bedrijven. Het gaat veelal om high-end modellen uit de zakelijke markt, bijvoorbeeld laptops van HP, Lenovo en Dell. Bij SiSo worden die gewiped, schoongemaakt en eventueel gerepareerd. Vervolgens bieden wij ze weer aan, met een gebruikscontract van minimaal twee jaar. In die periode ben je verzekerd voor reparatie of vervanging van een onderdeel. Daarna kun je het apparaat blijven gebruiken, maar dan zonder die garantie.

Als je het apparaat niet meer wilt gebruiken, stuur je het terug en ontvang je een retourpremie van 50 euro terug, ongeacht in welke staat het apparaat verkeert; een soort statiegeld. Op papier is dit een heel goed systeem. In de praktijk werkte het alleen niet optimaal. Mensen bleken alleen te kijken naar de totaalprijs, niet naar de voorwaarden. Door die premie leken onze spullen net iets duurder dan die van andere refurbished partijen. Ook werd de retourpremie vaak vergeten. We moesten dus iets anders verzinnen.

Wij willen een landelijk netwerk van lokale hubs waar mensen terechtkunnen voor service of reparatie. Circulaire ambachtscentra zijn in dat opzicht interessant.

Vorig jaar kwamen we in contact met Allemaal Digitaal. Dat is een initiatief voor digitale inclusie. Grote groepen in de samenleving kunnen digitaal niet meedoen, onder meer doordat ze geen spullen hebben. Door corona – met thuiswerken en online lessen op school –  is dat probleem nog extra acuut geworden.

Allemaal Digitaal was een donatieprogramma gestart waarbij zij laptops en andere devices inzamelden en gratis ter beschikking stelden aan maatschappelijke organisaties. Ook dat model liep niet goed: doordat er per apparaat geen geld binnenkwam, hadden ze maar heel weinig budget voor het refurbishen. Wij hebben toen gezegd: vraag per apparaat een kostendekkend bedrag, dan kun je het refubishen goed regelen.

Landelijk netwerk van lokale reparateurs

Dat model zijn we intussen gezamenlijk aan het uitrollen. Maatschappelijke organisaties betalen nu een kostprijstarief van 80 euro voor een gerefurbishte laptop. Daarvan is ongeveer de helft bestemd voor het refurbishen. Een ander deel is een voorziening voor reparatie en twee jaar garantie. De rest is bestemd voor de inzet van onze eigen mensen.

‘Een keuzevak Repareren kan jongeren helpen om de barrière te doorbreken dat techniek een beetje eng is.’

Het refurbishen wordt nu nog hoofdzakelijk gedaan bij SiSo in Almere. Maar we zouden graag een landelijk netwerk van lokale partijen willen opzetten, die apparaten ophalen bij donateurs in de buurt en klaarmaken voor verdere inzet. Bij die partijen zou je ook terecht moeten kunnen voor service, of als er iets gerepareerd moet worden. Mensen vinden het altijd prettig om een adres dichtbij te hebben, waar ze even langs kunnen gaan. In dat opzicht kijk ik met belangstelling naar de ontwikkelingen rond circulaire ambachtscentra.

Voor die lokale hubs zijn veel mensen met technische vaardigheden nodig. Het hoeven niet allemaal topreparateurs te zijn. Er is ook veel behoefte aan mensen die een apparaat aan een console kunnen hangen, de bios uitlezen, opnieuw imagen, dat soort dingen. En die een harde schijf kunnen vervangen als dat nodig is. Door een keuzevak Repareren kun je voor dat werk veel meer gevoel krijgen. Ik denk dat zo’n keuzevak veel jongeren kan helpen om de barrière te doorbreken dat techniek een beetje eng is.

Nú mensen opleiden voor straks

De refurbished markt is een heel aantrekkelijke markt. Alleen al in Nederland worden jaarlijks 1 miljoen werkplekken vervangen. Dat betekent dat er per jaar 1 miljoen devices beschikbaar komen. Ons doel is een zo groot mogelijk deel daarvan te hergebruiken in Nederland. Daarvoor zijn veel mensen nodig met enige technische kennis, mensen die het leuk vinden om een probleem op te lossen en een beetje te sleutelen. Die mensen moeten nu worden opgeleid.

Tegelijkertijd moeten we goed kijken naar het businessmodel. Voor maatschappelijke organisaties willen we de kosten van onze gerefurbishte producten zo laag mogelijk houden, maar voor particulieren kunnen we er wellicht een servicecontract bij doen voor een klein bedrag. Dat bedrag zouden wij dan betalen aan de lokale partij die het onderhoud of de reparatie uitvoert. En stel dat het lukt om zoiets op te zetten voor ict-producten, wie weet kunnen we dat model daarna dan wel kopiëren naar andere goederenstromen, zoals huishoudelijke apparatuur. Dan werken we echt aan de circulaire economie.’

Jan-Paul Kimmel:

‘In de refurbished markt zijn veel mensen nodig die het leuk vinden om een beetje te sleutelen. Die mensen moeten nu worden opgeleid.’

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 1 2 3 4 5 6 7