REPAREREN | INTERVIEWS

ANNIE VAN GENUGTEN
REPAIR CAFÉ UDEN / MAAKPLAATS UDEN

Repair Café Uden: proeftuin voor landelijk keuzevak

Annie van Genugten is pionier op het gebied van duurzame burgerinitiatieven. Als mede-oprichter van Repair Café Uden en Maakplaats Uden probeert ze duurzaam consumeren en produceren op het netvlies van Udenaren – jong en oud – te krijgen. Vooruitlopend op het keuzevak Repareren gaan vrijwilligers van Repair Café Uden komende winter experimenteren met repareerlessen op het vmbo.

Auteur Martine Postma

‘Pionieren is iets wat ik eigenlijk mijn hele leven al doe. Ik ben niet iemand voor de gebaande paden. Ik hou ervan om nieuwe dingen op te zetten. Als onderwijskundige heb ik gewerkt bij de lerarenopleiding van Fontys Hogescholen, ik ben directeur geweest in de kinderopvang, maar ik ben ook al vele jaren betrokken bij allerlei burgerinitiatieven op het gebied van duurzaamheid. Ik vind dat heel belangrijk voor de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen en de wereld als geheel.

‘Acht jaar geleden heb ik samen met iemand anders Repair Café Uden opgezet. Op onze oproep voor vrijwillige reparateurs reageerden meteen twintig mensen. De meesten daarvan zijn nu nog steeds bij het Repair Café betrokken. Ze worden natuurlijk wel wat ouder, maar het is een leuke

‘Een aantal van die vrijwilligers werkt ook mee in de Maakplaats Uden, een initiatief dat ik drie jaar geleden ben gestart met weer iemand anders. Daarin gaat het over het belang van maken en makerseducatie, gekoppeld aan de zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen, in het bijzonder doel 12 over verantwoorde consumptie en productie.

‘We geven nu al demonteer-workshops op basisscholen. Daarin leren we kinderen over de waarde van grondstoffen’

Kinderen bewust maken van grondstoffen

‘We geven workshops in het basisonderwijs, bijvoorbeeld over demonteren. Kinderen halen dan allerhande elektrische apparaten uit elkaar om te kijken: wat zit daar allemaal in? Op het eind moeten ze de materialen sorteren naar grondstoffen. Zo leren ze ook wat koper is, en nikkel en lood. Ze zien wat er allemaal bij komt kijken voordat je een product hebt. Zo willen we kinderen bewust maken van het feit dat grondstoffen waarde hebben en dat je er zorgvuldig mee moet omgaan.

‘Toen ik hoorde dat er plannen zijn voor een keuzevak Repareren op het vmbo, heb ik direct contact opgenomen met het Udens College. Dat is een brede scholengemeenschap voor vmbo, havo en vwo. Ik heb de directeur over de plannen verteld en gevraagd of dit ook iets zou zijn voor zijn vmbo-klassen; per jaar zijn dat er een stuk of vier.

‘Het Udens College was meteen enthousiast over de plannen voor een keuzevak Repareren. We zijn gaan praten: wat kunnen wij nu al doen?’

Fijne werkplaatsachtige omgeving

‘Hij reageerde enthousiast. We zijn gaan praten en hebben meteen een concreet plan gemaakt voor invulling van de zogeheten talenturen. Dat zijn keuze-uren waarin vmbo-leerlingen zich anderhalf uur per week verdiepen in creatieve, sportieve of technische activiteiten. De creatieve en sportieve activiteiten had het Udens College al ingevuld, voor de technische was er nog niets. Dat gaan wij nu opstarten. Van november tot en met januari gaan we negen weken lang anderhalf uur per week met leerlingen aan de slag om hen te leren repareren. Als het goed loopt, kunnen we die anderhalf uur hopelijk ook daarna blijven invullen. Maar we moeten eerst wat praktijkervaring opdoen.

’Repair Café Uden en de Maakplaats zitten sinds een jaar allebei in ‘t Handelshuys in Uden. Dat is een oud schoolgebouw, nu een plek voor ‘maken en zaken’. Het is een werkplaatsachtige omgeving met veel ruimte, heel fijn. Daar gaan we ook de repareerlessen geven.

‘We zijn momenteel in de verkennende fase. Bij het Repair Café zijn diverse reparateurs betrokken die affiniteit hebben met jongeren en met onderwijs. Met die groep zijn we nu in gesprek over wat we precies gaan doen en hoe we dat gaan aanpakken. Dat stemmen we ook af met de techniekdocenten van het Udens College.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 1 2 3 4 5 6 7

Samenwerking met bedrijven

‘In mijn ogen is dit een prachtige proeftuin voor het landelijke keuzevak Repareren. Tijdens die negen weken kunnen we ontdekken wat werkt, hoe we kunnen aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen, wat ze interessant vinden, hoe we een zaadje kunnen zaaien zodat ze hiermee verder willen.

‘Mijn idee voor de invulling van het keuzevak zou zijn om het niet helemaal dicht te timmeren. Je moet de voorwaarden creëren waaronder geleerd kan worden, dus: zorg voor veiligheid, zorg dat je weet wat je doet, zorg dat je assistentie hebt. Daarbuiten zou ik zeggen: laat vooral ruimte om lokale mogelijkheden te verkennen, zoals samenwerkingen met bedrijven. Zo’n vak moet iets zijn wat je samen ontwikkelt en waarbij het accent ligt op onderzoekend en ontwerpend leren. En fouten maken mag!

‘Het liefst zouden wij dit alles trouwens niet alleen in het vmbo van de grond willen krijgen. Wat ons betreft beginnen we al met leren repareren op de basisschool en wordt het naast het vmbo ook verbreed naar havo en vwo. Elk kind zou in aanraking moeten kunnen komen met repareren en alles wat daarbij komt kijken.

Doorlopende leerlijn is nodig

‘Hetzelfde geldt voor docenten. Elke docent – niet alleen in het vmbo – zou wat ons betreft deze ontwikkeling moeten meekrijgen. Het beeld moet niet zijn: er zijn een paar techniekdocenten die hun eigen ding doen en die nu ook reparatieles geven. Het vak moet worden ingebed in een toekomstgerichte koers, die ook uitgaat van bewustwording bij docenten. Dus heb je een kapotte stoel in je lokaal? Breng hem even langs bij de repareerklas.

‘Ik zie onze repareerlessen bij het Udens College als een eerste stapje op het gebied van leren repareren. Het landelijke keuzevak voor het vmbo is een volgende stap. Maar uiteindelijk hebben we een doorlopende lijn nodig die iedereen in het hele onderwijs meeneemt op deze weg. Hoe we dat doen? Daar denk ik graag over mee.’

ANNIE VAN GENUGTEN:

‘Het vmbo-keuzevak is een stap op het gebied van leren repareren. Maar uiteindelijk moeten we het hele onderwijs meenemen op deze weg.’